Ik vroeg me laatst af hoeveel mensen met overgewicht er in Nederland zijn en of dit nu anders is dan een aantal jaren geleden. Onderzoek hiernaar is ofwel op basis van vragenlijsten gedaan waarin mensen aangeven wat ze wegen, ofwel op basis van het meten van gewicht en andere gegevens door onderzoekers. Beide methoden geven iets andere uitkomsten maar de conclusie is hetzelfde: Nederlanders worden steeds dikker.

Nederlanders worden steeds dikker

Volgens de meest recente gegevens heeft ruim 48% van de Nederlanders overgewicht (een Body Mass Index (BMI*) van 25 of meer), mannen (53%) meer dan vrouwen (43%) (bron: CBS Staline 2012. Zelf gerapporteerde informatie 2011). 

Ruim 11% van de Nederlanders heeft ernstig overgewicht (obesitas; BMI >=30), vrouwen meer dan mannen. 
Het aantal mensen met overgewicht is in de afgelopen 30 jaar flink toegenomen; het aantal mensen met ernstig overgewicht is zelfs verdubbeld (zie figuur).

 

Omdat mensen geneigd zijn hun gewicht lager in te schatten bij het invullen van een vragenlijst, zijn deze gegevens waarschijnlijk onderschat. In een onderzoek uit 2009/2010 waarbij in een steekproef (mensen van 30-70 jaar) lengte en gewicht werd gemeten (dus niet gevraagd), bleek dat 60% van de mannen en 44% van de vrouwen overgewicht had. Vooral mannen lijken dus hun gewicht te onderschatten als je ernaar vraagt.

Ernstig overgewicht werd gemeten bij 13% van de mannen en 14% van de vrouwen (Bron: Blokstra et al 2011).

Overgewicht bij kinderen

Ongeveer 14% van de kinderen (2 – 21 jaar) heeft overgewicht; ruim 2% heeft ernstig overgewicht en meer meisjes dan jongens hebben overgewicht. 

In ruim 30 jaar zijn deze percentages meer dan verdubbeld, zie figuur (Bron: Vijfde Landelijke Groeistudie TNO).

Overgewicht en ziekte

Mensen met (ernstig) overgewicht hebben een grotere kans op het krijgen van ziekten zoals diabetes mellitus type 2, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker, met als gevolg een lagere levensverwachting. 

Andere gevolgen van overgewicht kunnen zijn: vermoeidheid, slaapstoornissen, lage rugpijn, overmatig transpireren, kniepijn, artrose, spierpijn en kortademigheid.

Steeds dikkere buiken op hogere leeftijd

De omvang van de buik (buikomvang of middelomtrek) is een goede maat voor de hoeveelheid vet in de buikholte en in het lichaam rond de organen. De buikomvang is een betere voorspeller van hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2 dan de BMI. 
De buikomvang wordt gemeten op de blote huid aan het einde van een normale uitademing, tussen de onderste rib en de bovenkant van het bekken met een niet te strak aangetrokken meetlint (zie plaatje). 
Een man heeft teveel buikvet (abdominale obesitas) en daarmee een grotere kans op hart- en vaatziekten en diabetes mellitus type 2 bij een buikomvang van 102 cm of meer, een vrouw bij 88 cm of meer. 
Ongeveer 1 op de 4 mannen (25%) en 1 op de 3 vrouwen (36%) heeft abdominale obesitas en dit komt ruim 2 maal zo vaak voor bij 50-plussers dan bij 30-plussers. 
Ook de BMI neemt toe met de leeftijd, maar de middelomtrek is in de afgelopen jaren sterker toegenomen dan de BMI (Bron: Blokstra et al 2011).

Op de grens van de gevarenzone

Een BMI van 25 of meer, of een buikomvang van 102 cm of meer bij mannen en 88 cm of meer bij vrouwen, geeft dus een grotere kans op het krijgen van allerlei ziekten. Vaak ontstaan die pas na jaren, waardoor mensen geneigd zijn dit risico te negeren. Het overgewicht staat bijvoorbeeld nu het normale leven niet in de weg, en een aanpassing van de levensstijl is niet altijd gemakkelijk. Toch is het natuurlijk beter deze uitdaging wel aan te gaan.
Maar ook al ver voor deze gevarenzone moet je opletten. Een buikomvang tussen de 80 en 88 cm voor vrouwen en 94 en 102 cm voor mannen is in het grensgebied en is een vergrote buikomvang. Het streven is om een buikomvang aan de onderkant van deze grenswaarden te hebben. Een buikomvang van 80 cm of minder voor vrouwen en 94 cm of minder voor mannen wordt beschouwd als normaal. 

Voor kinderen wordt de BMI op dezelfde manier berekend als voor volwassenen, maar om te bepalen of de BMI goed of te hoog (of te laag) is, moet worden gekeken naar de leeftijd en het geslacht van het kind. De BMI voor kinderen kun je berekenen en interpreteren met een BMI calculator. Voor kinderen zijn er geen standaarden voor de buikomvang, maar wel 3 stadia van ernstig overgewicht via de BMI vastgesteld. In de BMI calculator wordt dit aangegeven.


Zit je, of je kind, in of op de grens van de gevarenzone dan is het belangrijk om maatregelen te nemen die leiden tot een afname van de BMI en middelomtrek. Daarvoor kun je denken aan aanpassing van de eetgewoonten, zorgen voor voldoende beweging, het gebruik van voedingssupplementen en het zoveel mogelijk verminderen van stress factoren. Je kunt al een hoop zelf doen, maar er zijn ook mensen die professionele hulp kunnen bieden.

In een volgend blog zal ik enkele algemene adviezen geven voor leefstijl interventie.
*De Body Mass Index (BMI) wordt uitgedrukt in kg/m2 en wordt berekend als het gewicht gedeeld door de lengte in het kwadraat. Je kunt de BMI gemakkelijk aflezen uit de figuur of berekenen via deze BMI meter.